Inspirerende quotes
-
We kennen haar altijd, die andere waarheid
“We kennen haar altijd, die andere waarheid, die toegedekt wordt door een rol, door maskers, door situaties in het leven.” Sándor Márai
-
En nu, voor het eerst, moet ik zien te rouwen
“En nu, voor het eerst, moet ik zien te rouwen in mijn taal, die me mijn eigen vergankelijkheid heeft verraden – ik vraag me af: waarom nu pas, waarom niet vroeger, of later? Waarom kijk ik af en toe, even vergenoegd als gepijnigd, naar de botten in mijn handen nu zij deze woorden opschrijven? Het gemak waarmee ze de pen of het klavier beroeren kan niet verhullen dat een toekomstig skelet op het toetsenbord een danse macabre uitvoert. Het is alsof ik door mijn eigen weefsels heen kijk. Het lichaam is voor mij altijd dat geweest wat de taal voor onbepaalde tijd opschort, in pijn, angst, lust of extase, zoals…
-
Het wonderbaarlijkste zit hem er niet
“Het wonderbaarlijkste zit hem er niet in dat een mens vleugels krijgt en ermee weg vliegt. Het is pas echt een wonder als het hem lukt beneden te blijven en het uit te houden tussen de anderen.” Arthur Japin
-
Ik heb het gevoel dat alles nog moet beginnen
“Ik heb het gevoel dat alles nog moet beginnen, dat ik nog maar met mijn pink in de oceaan van taal heb geroerd en met mijn kleine teen in de mensenzee. Er zijn nog zoveel woorden die hun dampkring niet voor me hebben geopenbaard, zoveel stiltes blijven ongewogen. Ik ben nog te ongedurig, te onrijp om te kunnen schrijven zoals een beurs geworden vrucht openbarst, ik ben nog te jong om het laatste, taaie vlies te doorprikken.” Erwin Mortier
-
Overal worden er deuren van troost zachtjes achter me dichtgetrokken
“Overal worden er deuren van troost zachtjes achter me dichtgetrokken: cynische deuren, ontroerende deuren, afstandelijke deuren, herkenbare deuren, berustende deuren, vergeetgrage deuren, ontkennende deuren, interessante deuren, voorzichtige deuren, dooddoenersdeuren. Neen, zeg ik, niks daarvan. Niks afsluiten. De deuren moeten juist open. Er moet aan gemorreld worden, ze moeten uit de sponningen worden getrapt. Laat het maar tochten, laat het maar koud zijn.” P.F. Thomèse
-
De grote zeeman, die heb ik op zee leren kennen
“De grote zeeman, die heb ik op zee leren kennen. Hij schreeuwde naar de grijze golven, zwarte golven als het donker was. ‘Laatste beug!’ ‘Anker overboord!’ Hij vloekte onder het lawaai van de motor, wanneer het brullende kielzog het donkere anker opslokte aan het einde van de laatste beuglijn, te midden van het gekrijs van de meeuwen die ons spoor in de lucht natrokken. Het zwarte stalen schip won snelheid. Nog steeds schreeuwde hij, de grote zeeman. Zijn borst zwol op, hij maakte zich groot, en met zijn krachtige angstaanjagende stem stootte hij een laatste brul uit. Hij schreeuwde, eenzaam stond hij oog in oog met de zee, rechtop tegenover…
-
Ons leven is dichtgeslagen als een boek waarin we hadden liggen lezen
“Ons leven is dichtgeslagen als een boek waarin we hadden liggen lezen. Nu we het weer oppakken, kunnen we de bladzijde niet meer vinden waar we gebleven waren. We proberen op goed gevoel een stukje, maar nee, we herkennen niets, als bevonden we ons in zo’n Russische roman waarin iedereen steeds andere namen heeft. De verwikkelingen zeggen ons niets, nee, we waren vast nog niet zover. Maar ook terugbladerend komen we niet op een punt waarop we kunnen zeggen: ja, dit komt me weer bekend voor. Misschien hebben we het verkeerde boek opgepakt en moeten we er eerst achter zien te komen wat we nu eigenlijk aan het lezen waren.…
-
Zoals een eiland een verlangen weerspiegelt
“Zoals een eiland een verlangen weerspiegelt, zo tonen de vogels in de lucht mij de bewegingen van mijn gemoed. Het moeizame, tobberige loskomen van de aarde – de eenden. Het opstijgen met achteloos gemak – de meeuwen. Het zweven met minieme vleugelslag. Het duiken in scherpe hoeken, het plezier van de onverwachte wending. Het dwarrelend neerstorten, plotseling beheerst. Het optornen tegen de wind en uitgeput zijwaarts wegglijden. Het klimmen tot stilstand. Al deze bewegingen van de vogels kan ik in mijzelf terugvinden. Niet in het hoofd, waar herinnering en verbeelding hun voorstellingen laten opdoemen. Maar in het middenrif waar, zoals ik van de vrouw die mij vergezelt te horen krijg,…
-
Op weg naar de huiskamer blijf ik aarzelend in de recreatieruimte staan
“Op weg naar de huiskamer blijf ik aarzelend in de recreatieruimte staan: een soort veemarkthal met een tafeltennistafel, een verdwaalde koelkast, een biljart en een kleine tafel naast een kast die van onder tot boven is volgestouwd met puzzels, schots en scheef door elkaar. Dan komt er iemand aan de andere kant de recreatieruimte binnen en ik loop snel door naar de huiskamer. Als ik weer op mijn plek aan het uiteinde van de eettafel zit, gaat een oudere man met warrig grijs haar en een kapotte bril twee stoelen verderop zitten. Hij staart voor zich uit, mompelt wat en grinnikt dan. Ik staar voor me uit, hengel het theezakje…
-
De hel is nu leeg, alle duivels zijn hier
“De hel is nu leeg, alle duivels zijn hier.” William Shakespeare