Blog

Van schets tot uitvoering van een waterbak

Soms kom je mensen tegen die bijzonder zijn. Ik ben heel dankbaar dat ik Wim Uilenbroek heb leren kennen. Hij heeft me geholpen hoe ik een betonnen vorm moet maken (geen fruitschaal o.i.d., maar een eigenzinnige grote vorm die niet meer te tillen is). Ik heb Wim op Walcheren ontmoet, mijn werkplekje grenst aan zijn Middellandse Zeetuin (www.middellandsezeetuin.nl).

Deze week vroeg ik Wim of hij het oké vond dat ik over hem zou schrijven. En of ik wat foto’s van het hele proces mocht delen. Hij vond het helemaal prima, dus hier komt mijn verhaal.

Wim is bioloog en kunstenaar. Dat laatste zal hij zelf niet zo snel zeggen, maar ik vind dat dat hij er eentje is. Zijn tuin is één groot kunstwerk (en het mooie is dat alles klopt, van het oneindige Zeeuwse landschap waar de tuin in opgaat tot de architectonische bouwwerken, de palmen, de verstilde hoekjes, de mozaïekobjecten). Op de foto zijn laatste bouwwerk (de tuin is veel groter). TV-programma Binnenstebuiten kwam ooit ook filmen. https://binnenstebuiten.kro-ncrv.nl/buitenleven/video/mediteraanse-tuin-in-buttinge

Wim woonde eerst in Utrecht (als bioloog werkte hij op de universiteit daar) en kleurde toen al aardig buiten de lijntjes. Zo had hij zijn kruipruimte onder zijn huis uitgegraven om er zee-aquaria in te bouwen. Veertig kuub grond haalde hij weg (en alles met de hand). Televisieploegen kwamen hem filmen, zo opzienbarend was het wat hij deed. Zie de volgende links (een aanrader om te kijken, zo fascinerend…).

Nu hou ik zelf enorm van de onderwaterwereld en ook van alles wat leeft in de tuin en van kunst. Tel je dat allemaal bij elkaar op, dan heb je een zielsverwant.

Terug naar de waterbak die ik wilde maken. Omdat ik nog niet eerder een grote betonnen vorm had gemaakt, heb ik met Wim gepraat en hij wilde me wel helpen. Met een bekisting van afvalhout ben ik naar hem toe gegaan. Met klei uit de tuin hebben we de bak gevuld en daarin hebben we een vorm uitgegraven.

Het was zwaar werk. Heel wat gieters water, zakken zand en portlandcement (mijn man was zo lief om mee te helpen, want zelf lukt me dat amper). Van kippengaas een vorm geknipt en daarover weer cement.

Ondertussen koffie uit de thermosfles en praten over Walcheren, over een soort afvalberg vlakbij Parijs waar je emmers mozaïek kunt rapen, over bijzondere mediterrane planten, over noem maar op. Ik weet inmiddels ook hoe je een vorstvrije tegel van een niet vorstvrije kunt onderscheiden. Op de achterkant spugen.

Na droogtijd van een paar dagen konden we de bekisting loshalen, de grond eruit scheppen en de vorm met staalborstel bewerken.

De binnenkant van de vorm hebben we inmiddels strak weten te krijgen. Nu de onderkant nog. En weer een nieuwe lading portlandcement… Wim heeft laten zien hoe hij dat doet, het glad krijgen. Op deze manier zie je niet meer de afdruk van de klei (kan ook leuk zijn, maar dat voor een ander project).

Nadat de vorm geheel droog was, bleek het een sjouw om hem in mijn werkschuurtje te krijgen. Twee sterke mannen hebben ‘m getild (kale vorm zonder mozaïek rond de 130 kilo). En daar ligt dan zo’n bak op z’n kop en begint het creatieve proces. Wat wordt het? Welke kleuren? Welke vormen? Eerste schets bestond uit organische vormen die een soort waterballet vormen. Ik heb in deze fase veel getekend (met stift op het beton), en delen gemozaïekt en toch er weer vanaf gebikt.

Uiteindelijk besloten om de onderkant aardetinten te doen met een reeks donkerblauw als verloop naar de binnenkant. Daarna de onderkant gevoegd (een dag werk).

In die periode was ik in de dom van Veere en daar was een expositie met draadkunst. Ik vond de ronde vormen zo mooi dat ik bedacht dat ik een golfbeweging in de binnenkant van de waterbak wilde. De boomwortels hebben niets met golven te maken, maar ik zag het verband. Ik deel dit om te laten weten hoe het brein kan werken. Zo’n waterbak is een proces, het kan alle kanten opgaan.

En toen eindelijk de binnenkant. Na meerdere dingen uitgeprobeerd te hebben (te rommelig, te afleidend) – lees: veel mozaïek er vanaf bikken…. (zie onderstaande foto’s van mislukte probeersels), heb ik besloten om het over een andere boeg te gooien. Iets met beweging en golven moest het worden. Het ging tenslotte om een waterbak.

In deze periode maakte ik thuis dit werk, met o.a. smalti (stukjes glas op z’n kant gedraaid voor reliëf). Deze golf heeft me uiteindelijk geholpen om een definitief ontwerp voor de waterbak te bedenken.

Vissen moesten het worden. Diverse vissen werden onder mijn handen gehandicapt geboren, die heb ik soms bijgewerkt en soms finaal uit de bak gegooid.

Het mooist vind ik de schaduw. Want de donkerblauwe vissen zijn de schaduw van de ‘echte’ oranje vissen.

Met een tegelsnijder heb ik tegels in stroken gesneden (emmers vol). Daarna met een kniptang in stukjes geknipt. Van Wim kreeg ik witte smalti (daarmee heb ik de suggestie van de patronen in het water gemaakt – want als je goed naar de zwembeweging van vissen in de natuur kijkt, zie je dat ze altijd een spoor achterlaten).

Na tien maanden was het project klaar om gevoegd te worden. Omdat de rand lastig was om te voegen, heb ik (wederom) Wim en mijn man gevraagd om te helpen. Erg blij met de strakke betonnen rand eromheen (die vooral zichtbepalend is).

Ik weet niet hoe zwaar de waterbak geworden is. Met een behoorlijke lading cement erbij (en alle tegels) is de bak vermoedelijk niet meer met mankracht te tillen. Het lijkt me prachtig wanneer hij ergens buiten tussen het groen staat en er vogels uit komen drinken. Of misschien komt er zelfs een reiger!

Reacties uitgeschakeld voor Van schets tot uitvoering van een waterbak